Wedrenners - bandeninfo

Als je bij de Wedrenners lek rijdt, knijp dan niet plotseling in je remmen maar roep eerst dat je lek hebt gereden en stuur dan vervolgens geleidelijk naar de kant van de weg. Geef daarbij richting aan waar je heen wil sturen om je fiets aan de kant te zetten.

Wat kun je doen om zo weinig mogelijk lek te rijden:

Zorg op de eerste plaats dat je banden nog voldoende rubber op het loopvlak hebben.

Maak je banden goed schoon voor je gaat fietsen. Aan een vieze en plakkerige band zullen eerder scherpe deeltjes (steentjes en glas e.d.) blijven kleven en vervolgens indringen.

Controleer het loopvlak van je banden voor je gaat fietsen. Verwijder alle scherpe deeltjes (steentjes en glas e.d) dat zich al in het loopvlak van je band heeft genesteld. De meeste lekke banden ontstaan door steentjes en glas e.d. dat al langer in de band zit!

Met de bandenspanning kun je de kans op lekrijden beïnvloeden. Op de zijkant van de buitenband staat meestal aangegeven wat de maximaal toegestane spanning voor de band is. Met maximaal opgepompte banden heb je minder kans op lekrijden. Harde banden hebben ook nadelen: ze rijden minder comfortabel en ze geven minder grip op natte wegen. Een te zachte band heeft als nadeel dat je er eerder een stootlek (de twee gaatjes naast elkaar m.a.w. "de slangenbeet") mee oploopt.

Een bron van ellende kan een slecht velglint zijn. Je kunt hierdoor lek rijden zonder dat er een gaatje in de buitenband te vinden is. Een regelmatige controle van het velglint is aan te raden.